Vloer- en bodemisolatie
Hoe werkt vloer- en bodemisolatie?
Vloerisolatie vanuit de kruipruimte is meestal de beste manier om de vloer te isoleren. U isoleert dan aan de onderkant van de begane grond vloer. Dit bespaart het meeste energie waardoor uw pand een stuk comfortabeler wordt. Voor deze vorm van isoleren is voldoende ruimte nodig in de kruipruimte. Dit is 35cm onder houten balken en 50cm onder betonnen vloeren. Heeft u onvoldoende ruimte? Dan is bodemisolatie in de kruipruimte een goed alternatief. Helemaal geen kruipruimte? Dan kunt u de vloer isoleren vanaf de bovenkant.
Welke typen vloerisolatie zijn er?
Vloerisolatie
Een begane grond vloer isoleert u het beste aan de onderkant. Dit gebeurt via de kruipruimte onder het pand. Anders gezegd: het isolatiemateriaal komt dan tegen het plafond van de kruipruimte. De kruipruimte moet hiervoor wel hoog genoeg zijn. Bij een houten vloer is minimaal 35 cm onder de balken nodig. Bij een betonnen vloer is 50 cm nodig.
Bodemisolatie
Bodemisolatie is het aanbrengen van een laag isolatiemateriaal op de bodem van de kruipruimte. Bodemisolatie is een prima andere keuze als vloerisolatie niet mogelijk is. Bijvoorbeeld omdat de kruipruimte niet diep genoeg is. Of omdat de kruipruimte vochtig is of een laag water heeft. Bodemisolatie werkt minder goed dan vloerisolatie, maar levert nog steeds een goede besparing op.
Vloerisolatie aan de bovenkant
Kies hiervoor als u geen kruipruimte heeft. Er wordt een laag isolatiemateriaal op de vloer onder de vloerbedekking gelegd. De vloerbedekking (tapijt, laminaat, tegels) moet er hiervoor eerst uitgehaald worden. Als u wél een kruipruimte heeft, zijn vloerisolatie of bodemisolatie betere keuzes.